悉尼大学商学国贸双硕士毕业,现居澳洲,在澳学习生活15+年,从事教育咨询工作超过10年,澳洲政府注册教育顾问,上千成功升学转学签证案例,定期受邀亲自走访澳洲各类学校
您所在的位置: 首页> 新闻列表> 荷兰语学习之荷兰语动词.
荷兰语学习之荷兰语动词。荷兰语学习,对于初学者来说,学习荷兰语言并非一件易事。学习荷兰语言要从最基础的学起,不管是荷兰语发音、音标还是荷兰语单词,学生都要做到详细了解。下面是对于荷兰语单词中动词的介绍,希望对你学习荷兰语言有所帮助。
学习荷兰语言中的动词用法如下:
Give the correct form of the verb, in the Present Tense, the Past Tense, and the Present Perfect Tense:
1. 荷兰语学习Ik (zijn) (g)een meisje.
Ik ben een meisje. Ik was een meisje. Ik ben een meisje gewesst.
2. 学习荷兰语言Mary (zijn) ook een meisje.
Mary is ook een meisje.Mary was ook een meisje. Mary is ook een meisje gewesst.
3. (Zijn) jij een man of een vrouw?
Ben jij een man of een vrouw? Was jij een man of een vrouw? Ben jij een man of een vrouw gewesst?
4. Hij (hebben) een goed boek.
Hij het een goed boek. Hij had een goed boek. Hij het een goed boek gehad.
5. (Hebben) jij ook een mooi boek?
Heb jij ook een mooi boek? Had jij ook een mooi boek? Heb jij ook een mooi boek gehad?
6. De jongen (wandelen) in de tuin.
De jongen wandelt in de tuin. De jongen wandelde in de tuin. De jongen het in de tuin gewandeld.
7.荷兰语学习 Mary (werken) in de stad.
Mary werkt in de stad. Mary werkte in de stad. Mary het in de stad gewerkt.
8. (Luisteren) jullie naar de radio?
Luisteren jullie naar de radio? Luisterden jullie naar de radio ? Hebben jullie naar de radio geluisterd
9.学习荷兰语言 Philip (luisteren) niet.
Philip luistert niet. Philip luisterde niet. Philip het niet geluisterd.
10. Hij (praten) te veel.
Hij pratt te veel. Hij pratte te veel. Hij het te veel gepratt.
11. De atleet (oenen) elke morgen (morning).
De atleet oent elke morgen. De atleet oende elke morgen. De atleet het elke morgen geoend.
12. 荷兰语单词学习Waar (planten) je vader de boom?
Waar plantt je vadar de boom? Waar plantte je vadar de boom ? Waar hebt je vadar de boom geplantt
13. Ik (kennen (to know a person) de vrouw niet.
Ik kenn de vrouw niet. Ik bennde de vrouw niet. Ik heb de vrouw niet gekennd.
14. Suzan (branden) haar vinger.
Suzan brandt haar vinger. Suzan brandde haar vinger. Susan het haar vinger gebrandd.
15. (Zagen (to saw, cut) jij het hout voor het vuur?
Zag jij het hout voor het vuur?Zagde jij het hout voor het vuur? Heb jij het hout voor het vuur gezagd.
16. (Wonen) (to live) je vriendin in Grand Rapids?
Woon je vriendin in Grand Rapids? Woonde je vriendin in Grand Rapids? Het je vriendin in Grand Rapids gewoond.
17. Nee, zij (wonen) in Grand Haven.
Nee, zij woont in Grand Haven. Nee, zij woonde in Grand Haven. Nee, zij het in Grand Haven gewoond.
18. Ik (pakken) het boek van de tafel.
Ik pakk het boek van de tafel. Ik pakkte het boek van de tafel. Ik heb het boek van de tafel gepakkt.
以上就是澳际为大家整理荷兰语学习之荷兰语动词的资讯,非常实用。更多学习荷兰语言资讯、资料尽在澳际。如果大家还有相关的荷兰语单词用法问题需要了解,欢迎拨打澳际留学的免费咨询热线400-601-0022进行咨询,或者点击页面的“在线咨询”与顾问老师直接对话。
Amy GUO 经验: 16年 案例:4272 擅长:美国,澳洲,亚洲,欧洲
本网站(www.aoji.cn,刊载的所有内容,访问者可将本网站提供的内容或服务用于个人学习、研究或欣赏,以及其他非商业性或非盈利性用途,但同时应遵守著作权法及其他相关法律规定,不得侵犯本网站及相关权利人的合法权利。除此以外,将本网站任何内容或服务用于其他用途时,须征得本网站及相关权利人的书面许可,并支付报酬。
本网站内容原作者如不愿意在本网站刊登内容,请及时通知本站,予以删除。